ActueelNederlandse clubs in Europa

Alle wegen leiden naar Razgrad!

Het is donderdag 17 augustus 21:18. M’n telefoonschermpje licht op. In onze groepsapp met de naam ‘EL Loting’ wordt de tussenstand in Razgrad gedeeld. 4-1 voor Ludogorets. Waar ik bij de 2-1 voor Ludogorets nog vloek dat een droomtrip naar Astana ver weg lijkt, sta ik nu op. Een deel van het terrasgezelschap kijkt ons lachend na als we aangeven dat we gaan boeken. Iets wat in honderden woonkamers, kantoren en groepsapp vol Ajacieden gebeurt. De zoektocht naar de ideale trip voor de pot exact een week later in Bulgarije. Want als iets de komende uren duidelijk wordt, is het dat alle wegen leiden naar Razgrad!

On tour!

Dinsdagavond pik ik om kwart voor tien in de avond een maatje op van het treinstation. Woensdagochtend hebben we een vlucht van Dortmund naar Varna. Tijdens het wachten scrol ik door m’n Twitter-tijdlijn. Ik lees de tweets van Teun, die om half zes die middag de auto heeft gepakt, en koers heeft gezet naar Almere. Daar ligt hun verzamelplek vanwaar ze met vier Ajacieden de 2.400 kilometer lange roadtrip naar Razgrad beginnen. En terwijl wij, met een drankje op tafel en voetbal op de achtergrond, vooruitkijken naar weer een heerlijke awayday, staan de vier vrienden in de file bij Braunschweig. Terwijl de navigatie hen via de toeristische route over donkere tweebaanswegen door Helmstedt stuurt, zoeken wij ons bed op.

Opvouwbedden

Als wij om vier uur ‘s nachts opstaan én de groepsapp om 4:10 vol stroomt met aan dat tijdstip gerelateerde meldingen, liggen de autogangers op één oor. Om half één hebben ze via Google een hotel gezocht dat in de route ligt. Ze komen uit bij een hotel in Praag. Er zijn geen vierpersoonskamers meer. Of ze met vier op een driepersoonskamer mogen. Ja dat kan. Er wordt zelfs een bed bij gezet. De kosten zijn wat moeilijker te volgen. Was het nu 119 euro of honderdnegentig euro? Ach. We zien het wel. Slapen moeten we toch.
Het avondeten is een groter probleem. Bij een totaal verlaten Duits tankstation wordt ons om half twee “No cash” toegeschreeuwd. Als we het eten verzameld hebben en we willen pinnen, blijkt de medewerkster “nur cash” te hebben geroepen. Dat hebben ze niet. Het pinapparaat dat naast haar ligt wordt niet gebruikt. Als ze haar wijzen op de pinautomaat die binnen staat, mogen we naar binnen. Voor toiletbezoek worden ze weer naar buiten gedirigeerd. Er zijn binnen wel toiletten, maar die mogen ze niet gebruiken.

Als ze om iets voor tweeën Tsjechië binnenrollen kijken de vier vrienden uit naar hun hotel. Als ze alle vijftig en tachtig kilometer per uur trajectcontroles rondom Praag zijn gepasseerd, komen ze om iets voor half vier aan in het hotel. Met vier personen op een tweepersoonskamer. Twee jongens heerlijk op een opvouwbedje. De vier sterren staan in elk geval niet voor de airco, want die zijn ze vergeten. Klam klammer klamst.

Dortmund

Woensdagochtend kwart voor negen. Onze WizzAir-vlucht vertrekt van Dortmund naar Varna. Twee uur en drie kwartier vliegen om, door het uur tijdsverschil, om half één in de middag te arriveren. Als wij ergens boven de Alpen hangen vertrekt Teun met zijn vrienden van Praag richting Slowakije. De vier ervaren de voordelen van het Schengengebied en hoeven tot dat moment nergens te stoppen zodat ze om half één Hongarije binnen rijden.

Als wij om half vier woensdagmiddag zijn aangesloten bij vrienden op het strand van Varna rijden Teun en zijn vrienden een vijf kilometer lange file van vrachtwagens voorbij aan de Hongaars-Roemeense grens. Bij de grenspost zelf komt de douanier direct naar hen toe gelopen. Ze kennen de verhalen van de Roemeense grensposten en de relatie tussen wachttijden en het aantal lokale punten dat in je paspoort zit, maar na een check van hun autopapieren en paspoorten mogen ze meteen Roemenië in. Nog een uurtje of zes tot Boekarest, waar ze de komende twee nachten slapen.

De derby van Varna

In het kader van ‘nu we er toch zijn’ zetten wij die woensdag om zes uur met z’n drieën koers naar de derby van Varna. Daar ontmoeten we meerdere Ajacieden die Varna als uitvalsbasis hebben gekozen en dit potje meepakken. In dit geval tussen de reserveteams van Cherno More Varna en FC Spartak Varna in het Ticha stadion. Een potje in de Treta Liga (derde niveau) van Bulgarije. De eerste teams zitten niet in dezelfde divisie: Cherno More komt uit op het hoogste niveau en Spartak Varna in de tweede competitie.

Aan beide zijdes zitten enkele honderden fanatieke gasten die vocaal aanwezig zijn en de volledige eerste helft zingen. Politiebusjes rijden over het veld en na de goals wordt er meteen een linie ME voor het dan juichende vak geposteerd. En de backdrop is zoals het in het Oostblok hoort te zijn. De tweede helft is de thuisploeg op het veld duidelijk de baas. Alleen op de tribunes blijft de stand gelijk. Cherno More scoort met pyro, onder meer met een rookpot die een kwartier brandt, en Spartak wint vocaal. Na de match wordt het thuispubliek opgehouden tot de uitfans weg zijn.

Wij wandelen gelijktijdig met de thuisfans weg. Op zoek naar een taxi die ons weer naar het strand brengt. Op datzelfde moment brengen Teun en zijn vrienden hun tijd door op Roemeense binnendoorwegen. Daar waar de snelweg stopt beginnen de verlaten fabrieken, de rare verkopers en de Roemeense buitenwijkjes. Een klein stuk snelweg doemt voor ze op, maar na tweehonderd kilometer staan ze weer in de file op een provinciale weg omringd door bergen. Nog drie uur volgens de navigatie, maar dat was het twee uur geleden ook al. Uiteindelijk zien ze dat al dat verkeer over een brug moet die dringend aan onderhoud toe is. Iedereen moet er met maximaal vijf kilometer per uur overheen waardoor er dus een hele file ontstaat.

Dodenweg

Terwijl wij bij Punta Cana beach bar een burgertje bestellen verandert voor Teun de Roemeense provinciale weg in een dodenweg. Haarspeldbochten, belachelijke inhaalmanoeuvres en bumperklevers zijn hier aan de orde van de dag. Nog honderdzestig kilometer tot Boekarest. Terwijl in Varna en Sofia honderden Ajacieden de nachtclubs opzoeken, rijden Teun en zijn vrienden om half één naar het hotel in Boekarest. Snel opfrissen en met twee van de vier alvast een terrasje uitzoeken.

Daar aangekomen bestellen ze twee pilsjes op het terras. Het ziet er wat louche uit. Er lopen wat junkies rond en ze worden bediend door iemand in een korte joggingbroek en met slippers aan . Hij opent de biertjes met z’n aansteker en zet ze op tafel. ”88 Lei please”, zegt de medewerker. Omgerekend bijna twintig euro voor twee biertjes. Na een lange discussie komt de aap uit de mouw: “You can go inside, downstairs there is girls, is included in the price.” Ze zijn er vanaf gekomen door hem een tientje cash toe te schuiven. De wandeling door een door hoeren en junkies overspoeld centrum van Boekarest eindigt op een terras dat om twee uur dicht gaat. De serveerster drukt hen op t hart om rustig naar huis te gaan. “Be safe and go home, don’t get robbed or beaten.” Gezellig!

Punta Canta

We starten de matchday op de plek waar we gisteren een stevig aantal uur door hebben gebracht. We reserveren een zithoek bij strandtent Punta Canta en het deel van het gezelschap dat nog niet heeft ontbeten bestelt een burger. Het eind van de ochtend en het begin van de middag worden zwemmend, ouwehoerend en drinkend doorgebracht. Verhalen over nachtelijke portemonneevergissingen, droge kurken en vliegende kwallen worden gedeeld en daarmee onderdeel van ons collectieve geheugen.

Om drie uur in de middag arriveert een busje bij het archeologisch museum in het centrum van Varna. Met veertien Ajacieden stappen we in voor de honderddertig kilometer naar Razgrad. We stoppen voor wat proviand bij een supermarkt om de hoek en proberen de chauffeur, die geen Engels spreekt, duidelijk te maken dat het beter rijdt met airco. De temperatuur en de in de bus snel stijgende luchtvochtigheid doen denken aan de NEC-uit waar Sana zich liet gelden (2013) en Sturm Graz-uit. De chauffeur draait met een mesje z’n halve auto uit elkaar, maar pas als onder luid gejuich en met goedkeuring van de chauffeur de nooduitgang in het dak omhoog wordt geduwd krijgt het zweet dat inmiddels over veelal ontblote lichamen stroomt de kans wat op te drogen.

Razgrad centrum

Het laatste deel van de rit en het eerste deel van ons verblijf in Razgrad blijkt het in Bulgarije ook wel eens te regenen. En hard. We vinden iets dat lijkt op een horecagelegenheid. Tafels worden aan elkaar gezet en parasols dienen als paraplu. Drankjes worden genuttigd en eten besteld. Bijnamen worden uitgelegd. Op de vraag waarom een van de tafelgenoten Maki wordt genoemd antwoordt hij: “Omdat ik op een Maki lijk.” En diegene die nog geen bijnaam heeft gaat vanaf nu als Limburgse Boeddha door het leven. En dat heeft meer met zijn leefstijl te maken dan met z’n levensovertuiging. Verder worden gasten die oefenwedstrijden meetellen in hun totaal verbaal afgemaakt en worden de droomtegenstanders besproken. Qarabag, Astana en Klaksvik scoren hoog op de lijstjes. Nog steeds balen dat Astana het niet heeft gered. De mooiste herinneringen heb ik aan tripjes naar IK Start, Timisoara en Belgrado.

Aan het tafeltje naast ons zit een local op leeftijd die met zichzelf in gesprek is. We vragen de ober hem een drankje van ons te geven, maar de ober vindt het een slecht plan. Waarschijnlijk is de gast vaker aanwezig in het etablissement en dus moet hij het doen met een frisje en een pizzapunt. Hij dankt ons met een tandvlees brede schaterlach.

Bulgarije

Teun maakt dat moment niet mee. Hij is met zijn vrienden om drie uur aangekomen bij de Bulgaarse grens. Nadat ze weer een kilometerslange file van vrachtwagens voorbij zijn gereden en drie euro hebben betaald om de brug over de Donau over te mogen steken, sluiten ze aan in de rij voor de grenscontrole. Ze komen in een rij die volledig stil staat en staan na een kwartier nog op de exact zelfde plek. Na een half uur in de rij zijn ze erdoorheen. Een korte blik op de paspoorten was voldoende.

Nog negenenzestig kilometer tot Razgrad. Ze maken nog een korte tussenstop voor wat bier en om te tanken. Dat lijkt een langere stop te worden als betalen in Bulgarije een uitdaging blijkt te zijn. Vier verschillende pasjes die allemaal worden geweigerd. Na een kwartier proberen en het pinapparaat vier keer gereset te hebben, lukt het bij een tweede pinapparaat wel. Door naar Razgrad!

Omwisselen

Rond zeven uur wandelen we richting het stadion in een buitenwijk van Razgrad. Een kwartiertje wandelen tussen de steeds breder wordende stroom mensen. Steeds meer groen-wit gestreepte shirts en sjaals vergezellen ons tijdens de wandeling. De lichtmasten van de Ludogorets Arena doemen voor ons op. Het Europese seizoen is weer begonnen!

Het omwisselen is dit keer van zeven tot acht bij de ingang van het uitvak. Een prima keuze aangezien de dik vijfhonderd aanwezige Ajacieden bizar veel verschillende reisschema’s hebben. Toen we in de auto terug na Excelsior-uit hoorden dat we uit onze hotels waren geknikkerd, hebben we alles om moeten boeken. Ik heb tussenlandingen in Berlijn, Praag, Kopenhagen, Sofia en Polen gehoord. En ergens bij dat omwisselpunt wisselen ook Teun en zijn drie vrienden hun kaarten om, nadat ze dik 2.400 kilometer in de auto hebben gezeten. Want alle wegen leiden naar Razgrad!

Onderling respect

De regen van eerder die middag heeft inmiddels weer plek gemaakt voor 36 graden en plakkerig. Voor de wedstrijd komt de SLO (Supporters Liaison Officer) van Ludogorets, die een geschiedenis heeft als jeugdspeler van Ajax, een shirtje van Ludogorets brengen met Ajax erop. Vergezeld van zonnebloemen volgt een wederzijds applaus. Als de wedstrijd begint is de helft van het uitvak shirtloos. De andere helft is vrouw of probeert het, maar krijgt de aan het lichaam vastgeplakte shirts niet meer uit. De opkomst laat aan Ludogorets zijde een choreo zien. Verder valt de steun aan Bulgaarse zijde tegen. Men probeert de wave in te zetten, wat gelukkig niet lukt, en een druktemaker op de korte zijde roept iets over Feyenoord.

Aan Ajaxzijde is de steun in het uitvak in Razgrad prima. Vooral de nieuwe song is erg lekker. Op de melodie van Kali: “Ik zat op het terras. Op het Leidseplein. Mokums paradijs. Dit is ons domein. Naar het stadion. Toen voelde ik het weer. Jij bent voor mij de ware. De enige voor mij. Ajax. Dit is mijn Ajax. Mooiste club van mijn dromen. Ik hou van jou. Van jou!”

In de nacht van donderdag op vrijdag vertrekken Ajacieden vanuit Razgrad naar plekken in de verre regio. Wij vertrekken met z’n twaalven weer met hetzelfde busje van Razgrad naar Varna. Huurauto’s en taxi’s rijden naar Bourgas, Varna, Sofia en Boekarest. Die laatste gevolgd door Teun en zijn roadtripmaatjes. Terwijl wij het nachtleven van Varna onveilig hebben gemaakt en daarvan herstellen, vertrekken de vier de volgende ochtend terug naar huis.

Politie

Het wordt uiteindelijk een eindeloze rit. Om zes uur ‘s avonds zijn ze nog steeds in Roemenië. Op een van de tweebaanswegen zijn ze staande gehouden door de politie. Volgens de radarbeelden hadden ze 97 gereden in een 50 kilometer-zone. Na een hoop heen en weer gelul en met hulp van Google Translate beweert de betreffende agent doodleuk dat ze zelfs 102 hebben gereden.

Gevolg: rijbewijs wordt ingenomen en je mag je morgen verantwoorden bij de rechter in Boekarest, waar ze zes uur daarvoor zijn vertrokken. Ze worden vakkundig terug naar de auto gedirigeerd om na een klein half uurtje later van een andere agent een uitgeschreven boete te krijgen van omgerekend honderddertig euro, die ze online moeten betalen. Bij een tankstation verderop proberen ze de boete te betalen. Dat gaat uiteindelijk niet en kan alleen als je inwoner van Roemenië bent. Ze mogen door en hopen er met de schrik vanaf te komen.

Waar je ook gaat..

Later die avond staan ze ruim een uur bij de Hongaarse grens om het Schengengebied weer in te komen. De douanier is zeer vriendelijk en na zeventien uur rijden komen ze aan in Praag. Hier besluiten ze de trip af te sluiten met een avondje in club Epic.

Zaterdagavond rond zeven uur komen ze uiteindelijk thuis. In 96 uur tijd hebben ze 54 uur gereden en een kleine vijfduizend kilometer afgelegd. Wij zitten dan alweer in Nederland. Op vrijdagavond hebben we een binnenlandse vlucht gepakt naar Sofia en zaterdagochtend hebben we daar nog een streetart-tourtje gedaan. De 500 Ajacieden hebben allemaal hun reis voltooid. Op naar de return en, dat mag toch niet mis gaan, op naar de Europa League. Vrijdag de loting en dan begint voor duizenden Ajacieden het spel van de perfecte trip. Want alle wegen leiden naar daar waar jij ons brengt. Waar je ook gaat ik volg je overal!

van Pogo tot Popo
Van Pogo tot Popo houdt van Ajax, uit en thuis, nationaal en Europees, en heeft een zwak voor alles wat met sfeer rondom voetbalwedstrijden te maken heeft. Wil de hypocrisie en stemmingmakerij rondom (fanatieke) voetbalsupporters en vooral uitwedstrijden bevechten.

Reageren is niet mogelijk.

0 %